Mijn vader was erg muzikaal. Speelde viool. En ook piano, zonder ooit een noot te hebben gelezen. Mijn moeder speelde ook piano. Mooi klassiek. Mijn zus overwoog ooit naar het conservatorium te gaan, om daar af te studeren in dwarsfluit. Ik wilde ook graag piano spelen. Boogie Woogie om precies te zijn. Alhoewel ik van mezelf vind dat ik redelijk muzikaal ben, wil het met de instrumenten niet erg lukken. Er staat wel een piano in m’n huis, maar na (ooit) 3 jaar lessen heb ik de Boogie Woogie-ambities maar laten varen. En in mijn kamer staat ook nog een mooie basgitaar. Ook twee jaar geprobeerd. Toen kon ik nog steeds geen eenvoudig loopje uit mijn pols krijgen. Blijkbaar slaat muzikaliteit af en toe een generatie over. Dat noodlot lijkt mij te hebben getroffen. Jammer, want nog steeds heb ik het gevoel dat ik eigenlijk een groot musicus had moeten zijn. 17|12|2015