Ik heb weliswaar twee handen, maar ik kan er eigenlijk niks mee. Dat is geen onwil of onkunde. Die onhandigheid is genetisch aan mij overgedragen, want mijn vader en opa gebruikten hun handen alleen maar om ermee te wijzen. Ter Morsen zijn daarom al generaties lang afhankelijk van mensen om zich heen die wel praktisch zijn ingesteld. Gelukkig heb ik wat dat betreft altijd geluk gehad. Ook nu. Mijn zwager heeft overal verstand van en kan alles repareren. Mijn schoonvader weet precies hoe hij mijn satelliet schotel moet instellen. En mijn vrouw kan mijn computer repareren als ik weer eens vastgelopen ben. Samen redden we het wel. Zij doen het werk, en ik kijk met bewondering toe. Ik kan er niets aan doen. Maar een beetje lullig is het wel. 11|12|2014