In mei legt elke vogel een ei. En bij mij doen ze dat massaal onder het dak. Op wel zes plaatsen vliegen op dit moment merels en ander gevogelte af en aan om hun gillende kroost van wurmen te voorzien. Ook ergens boven mijn bed woont zo’n familie onder een dakpan. Vanaf een uur of zes ’s ochtends gaan ze los. Het klinkt alsof het nest naast me staat. Ik hoor alles, elke beweging, elk gepiep. Telkens als pa of ma binnenvliegt krijsen de kuikens om het hardst wie de worm krijgt. Het lijkt wel oorlog. Ik denk aan mijn eigen kroost. Die zijn al lang uitgevlogen. Ze zorgen voor hun eigen wormen. Een prettig gevoel. Ik draai me om en slaap nog een uurtje verder. 05|05|2014