De Achterhoekse en Twentse medemens wordt op grote afstand van het water geboren, maar blijkt vaak uitgerust met een zonderlinge hang naar de zee. En nog vreemder is dat sommige families, net als palingen, al generaties lang enkele keren per jaar naar een vaste kustplaats gaan. Vroeger met de trein. Nu met de auto. Mijn eigen familie groef zich vroeger in op het strand van Noordwijk. Anderen gaan naar Scheveningen of Bergen. Ik kom er achter dat veel Achterhoekers het strand beter kennen dan ik, en dat terwijl ik ‘op het strand geboren ben’ en altijd op korte afstand heb gewerkt. Vreemd. 09|04|2014