In de periode 2000-2007 zorgden de (centrale) banken ervoor dat er wereldwijd een oneindig grote hoeveelheid geld in omloop kwam. Dat geld moest natuurlijk belegd worden. Wereldwijd werd gejaagd op projecten met rendement. Zo donderde het grote geld in 2003 de Nederlandse vastgoedmarkt op. De prijzen van kantoren schoten omhoog. In 2008 kwam aan het feestje een eind. Het kaartenhuis flikkerde in elkaar. Maar echt veel is er niet veranderd. En geld is er nog steeds veel te veel. Bovendien zijn de rentestanden nog steeds 0. De zucht naar rendement is gebleven met als gevolg dat we dit jaar weer een nieuwe golf buitenlands geld op de NL vastgoedmarkt zien landen. Alsof er niets gebeurd is. Sommigen zien dit als herstel. Dat is het niet. Deze opleving is een incidenteel herstelletje in een verder neergaande markt. Of, zoals de Engelsen het zo mooi noemen: deze opleving is een dead cat bounce. Want zelfs een dooie kat stuitert nog wel een keertje als hij van 10-hoog op het beton valt. 08|04|2014