We leven anno 2012 in een plofmaatschappij. Alles moet groter, sneller en goedkoper. We eten dus plofkippen, die in luttele weken volledig machinaal slachtrijp gefokt worden. We hebben ons land volgebouwd met stallen waarin we plofvarkens met kunstlicht en preparaten opblazen om ze binnen 8 maanden tijd tot kiloknaller te kunnen vermalen. Onze studenten zitten op plofhogescholen die bestuurd worden door plofmannetjes als Doekle Terpstra. Onze economie is aan de rand van de afgrond gebracht door plofbanken, die 100 keer meer uitleenden dan ze bezaten. Ons vastgoed is plofvastgoed omdat we het met 120% konden belenen. Plofpensioenen. Plofpolitici. Het lijstje kan moeiteloos worden aangevuld. In de afgelopen 15 jaar heeft kwantiteit gezegevierd over kwaliteit. Overal is lucht ingeblazen die er nu weer uit moet. Het worden spannende tijden. Ik ben hoopvol. 09|03|2012