Mijn motto zou eigenlijk moeten zijn: zolang ik de kracht heb om te blijven zitten, blijf ik zitten. Ik ben een lui mens. Mijn god, wat heb ik een hekel aan bewegen. Om over bukken nog maar te zwijgen. Niets ergers dan walnoten van de grond op te rapen. Als ik mezelf niet zou dwingen om elke ochtend een uurtje te bewegen in het fitness center zou ik volledig vastgeroest zijn. De gewichtsoefeningen sla ik uiteraard over. Mijn talent voor passiviteit heb ik geërfd van mijn vader. Ik heb hem nooit zien sporten en weet zeker dat hij tijdens zijn leven geen sportschoen heeft aangehad. Het was een fijn mens. 06|10|2015