Herman Brood was een van mijn helden. Ik ben met hem opgevoed. Net als de Golden Earring was hij deel van mijn jeugd. Later, in Amsterdam, woonde hij bij mij om de hoek. Zijn huis was makkelijk te herkennen aan de fraaie muurschilderingen en de eveneens beschilderde grote Amerikaan voor de deur. Als braaf burgermannetje had ik altijd bewondering voor hem. Hij deed alles wat god verboden heeft, maar was toch een goeie vent. Hij was slim, maakte goeie muziek, schilderijen en gedichten. Ik kan me daarom de dag nog goed herinneren (11 juli 2001) dat hij van het dak van het Amsterdamse Hilton sprong. De school van mijn zoons stond ernaast en de kids stonden dus eerste rang bij zijn laatste optreden. Toen ik het nieuws hoorde, spoedde ook ik me naar de plaats des onheils. Samen hebben we een hoofdstuk uit mijn jeugd dichtgeslagen. 18|12|2014