We hebben het eerder gezien. In Libië. In Tunesië. In Joegoslavië. In Irak. En toch lopen we telkens weer in dezelfde val. Zodra een moordlustige dictator door een volksopstand dreigt te worden verjaagd, besluit het Westen om de oppositionele krachten te steunen. Maar zodra de Dictator is verdwenen, valt die oppositie uiteen in wat zij ooit waren: tientallen elkaar bestrijdende benden en stammen. Een regelrechte burgeroorlog is dan het gevolg. We zien het nu in Syrië, waar het Westen twee jaar geleden steun gaf aan de oppositie om Assad te verjagen. Dat is niet gelukt. De oppositionele partijen zijn vervolgens uiteengevallen en bestrijden elkaar op leven en dood. Inmiddels hebben we te maken met IS, een van de moorddadige splinterpartijen die met een grote opmars bezig is. En opnieuw heeft het Westen besloten om ‘de oppositie’ te steunen, ditmaal in de strijd tegen IS. Het is de vraag welke van de 25 partijen in het totaal onoverzichtelijke conflict voor onze steun in aanmerking komen. En mocht er al een overwinning op IS gevierd kunnen gaan worden, dan moet gevreesd worden dat deze overwinning slechts het startschot is voor het volgende bloederige conflict. 17|09|2014