Mijn ouders waren geweldige mensen, maar schoten op 1 belangrijk punt schromelijk tekort; ze speelden nooit spelletjes. Mijn zus en ik waren dus een jeugd lang tot elkaar veroordeeld als het ging om Stratego en Monopoly. Ik wist zeker dat ik die omissie goed zou maken, later, als ik ooit zelf kinderen zou krijgen. Niet dus. Tegen de tijd dat het zover was, vond ik spelletjes even zonde van mijn tijd als, destijds, mijn vader. Inmiddels zijn mijn zoons ruimschoots uit huis en ik heb nooit het verwijt gekregen dat ik geen spelletjes wilde spelen. Waarschijnlijk heb ik net op tijd een PlayStation gekocht. 27|08|2014