Boeren zijn slimme mensen. Veel opleiding hebben ze doorgaans niet en ze zijn hier meestal amper te verstaan. Maar ze weten precies wat goed voor ze is en hoe ze de mazen van de bestuurlijke wetten kunnen omzeilen. Een boer is altijd bezig met uitbreiding. Het zit in zijn genen. Een boer zal elke natuurlijke oneffenheid van zijn land plat willen maken, elke boom willen rooien en elk onkruidbestrijdingsmiddel willen gebruiken dat zijn oogst kan bevorderen. En in dit Achterhoekse deel van de wereld hebben de boeren ook een enorm machtig netwerk. De melk- en veevoederbedrijven zijn diep in de regionale en plaatselijke politiek geïnfiltreerd. Elke extra koe of varken betekent immers (jaranlang) extra omzet. Je komt erachter als je je, zoals ik, verzet tegen uitbreidingsplannen van je buurman. Het hele systeem verenigt zich om de boer. Zelfs zijn advocaat wordt door de lobby betaald. Niet voor niets luidt hier een bekend spreekwoord: “de domste boeren hebben de dikste aardappelen”. 25|11|2013