Zeilers kennen het fenomeen. Als je in de haven ligt, wil je zo snel mogelijk weer het water op. En als je aan het varen bent, kijk je uit naar de volgende haven. Ik heb een dergelijk probleem met Nederland. Het is mijn moederland en ik ben ermee vergroeid. Maar als ik te lang in Nederland ben, dan wil ik eruit. Weg. Weg naar een land waar de zon schijnt, waar de cultuur een warm hart wordt toegedragen en waar je in een restaurant niet alleen goed kunt eten, maar ook fatsoenlijk wordt bediend. En toch krijg ik in het buitenland na verloop van tijd steevast weer te maken met het zeilersdilemma. Want vreemd genoeg wil ik ook altijd wel weer terug naar Nederland. Wie drie weken door Amerika of Afrika rijdt, wil niets liever dan een biertje op het terras van een bruine Amsterdamse kroeg. Of een broodje kroket van Van Dobben. Desnoods met die horkerige bediening. Voorlopige conclusie: ik blijf in Nederland wonen, maar vlakbij het vliegveld. 18|10|2013