Elke student economie krijgt in het eerste collegejaar les over de varkenscyclus, het verschijnsel dat overschotten en tekorten van een bepaald product zich afwisselen, omdat aanbieders massaal reageren op de hoogte van de prijzen. Maar tegen de tijd dat die reactie doorwerkt op het aanbod is de prijs alweer omgeslagen; varkensfokkers gingen massaal uitbreiden op het moment dat de prijzen hoog waren, met als gevolg dat het jaar erop een enorm overschot ontstond en de prijzen kelderden. Kantorenfokkers (ontwikkelaars, beleggers en financiers) zijn in dezelfde val gelopen. In de periode 2000-2007 liepen de prijzen continu op, met een enorme bouwproductie tot gevolg. En precies hetzelfde gebeurde ook met de binnenvaartschepenfokkers, die dachten dat de vrachtprijzen tot eeuwig zouden doorstijgen, waardoor een gigantisch overaanbod aan schepen is gebouwd.Het voordeel van varkens is dat je ze kunt opeten. Of invriezen. Met kantoren en schepen is dat lastig. Ze staan tot in lengte der dagen leeg. Op het land of aan de kade. Het overaanbod is structureel en de waarde keldert totdat de economie weer aantrekt, of het aanbod is afgebroken. Inmiddels staat vast dat het overaanbod in beide sectoren dermate groot is dat zelfs meerjarige Chinese groeicijfers het aanbod niet meer kunnen vullen. Ons rest dus alleen afbreken. Uithuilen, verlies nemen, en opnieuw beginnen. De banken voorop. 01|08|2013