Guus is de gans van mijn schoonouders. Een jaar of twee geleden heeft het beest daar een tussenlanding gemaakt en is nooit meer opgestegen. Guus heeft bezit genomen van de tuin en beweegt zich tussen de parkeerplaats van de auto’s en de vijver. ’s Ochtends om een uur of 7 klopt hij aan de keukendeur, want zijn ontbijt, twee licht geroosterde boterhammen, dient punctueel te worden geserveerd. Guus is in topconditie en poept alles onder. En in deze tijd van het jaar is’ ie in de rui. Hij verliest al zijn smetteloos witte veren. De pruik van Guus staat nu bij ons op tafel. 15|07|2013