Ik ben een van de weinige Achterhoekse boeren die geen beest op het erf hebben. Waar vroeger de varkens stonden, slapen wij nu zelf. En de paardenstal is omgebouwd tot atelier. Ik heb slechts 1 koe, en die ligt al tijden breed uit voor mijn open haard. Ik ben duidelijk een uitzondering, want iedereen om me heen heeft dieren. Bijna altijd is dat een hond, maar ook paarden en pony’s zijn hier gemeengoed. Dat geldt ook voor een van mijn verdere buren, met wie ik onlangs een borrel dronk. Zijn twee dochters hadden elk een pony, waarvoor speciaal een stal gebouwd was. Elke dag sleepte mijn buurman nu het hooi naar de beesten. Een hele klus. Toch gloorde er hoop. Over enkele jaren zou het weer rustiger worden, want, zo luidde zijn wijsheid: “Als het haar groeit tussen de benen, is de pony snel verdwenen.” 14|05|2013