Familietrekjes. Je groeit ermee op en je neemt ze over. Mijn moeder groeide op in de oorlog. Ze had honger. Er was geen geld. Alleen tramrails en tulpenbollen. Na de oorlog ging alles gelukkig snel beter. De materiële welstand nam snel toe. Toch bleef de zuinigheid. De deur van de koelkast mocht niet te lang blijven openstaan. Bij de Bijenkorf werd steevast een (gratis) parfum luchtje meegenomen en de aanbiedingen in de supermarkt werden scherp in de gaten gehouden. Ik zet deze traditie voort. Ik wacht net zo lang tot de Dreft bij de Albert Heijn in de aanbieding is en dan koop ik groot in voor half geld. Dat geldt ook voor tandenpasta, bier, en whiskey. “Geld verdienen door minder uit te geven” noemde mijn moeder dat. Ik begreep het. 04|10|2012