Het is deze week 40 jaar geleden dat ik volledig in de ban was van het wereldkampioenschap schaken tussen het Amerikaanse fenomeen Bobby Fisher en de koele rus Boris Spasski. De koude oorlog was in volle gang en het slagveld had zich verlegd naar het IJslandse Reykjavik, waar de tweekamp plaats vond. Het werd een psychologische thriller. De hele wereld leefde mee. Ik volgde de wedstrijden op de voet en probeerde de analyses, die ’s avonds op TV werden gegeven te begrijpen. Fischer was briljant en won. In de 24ste partij gaf Spasski op. Kansloos. Fischer was een rare man, die het spoor na 1972 vrij snel bijster raakte. Toch bleef het mijn held. Ik heb heel wat boeken over hem in mijn boekenkast. In 2008 overleed hij, opgejaagd door zijn eigen Amerika en uitgekotst door de hele wereld, in de stad die hem asiel gaf: Reykjavik. 13|05|2012