Ik moest terug naar het dorp. Albert Heijn had me weer eens een doosje rotte aardbeien verkocht. Ik maakte even een tussenstop bij de schoenmaker om een tas te laten repareren. Ik zette de aardbeien op de toonbank. Daar begon het bakje te lekken. Ik verontschuldigde me. De schoenmaker pakte het sportief op. Hij pakte een papieren zakdoek uit zijn schort en zij: “Hier in de Achterhoek zijn we zuinig!” Hij snoot zijn neus in het papiertje en veegde vervolgens het aardbeiensap op de toonbank op. Ik keek hem aan. Ineens besefte ook hij dat dit nogal smerig was. We kwamen samen tot de conclusie dat hij beter eerst het aardbeiensap had kunnen opnemen en daarna zijn neus te snuiten. “Dan had dat doekje ook lekker geroken.” Een leermoment net voor de kerst. 22|12|2011