Ik heb een stiekem wensenlijstje van dingen die ik in mijn leven wil doen. Het rijden van de Route 66 stond daarop sinds jaar en dag genoteerd. Mission completed! Inmiddels ben ik terug uit Amerika, waar ik met mijn zoons de ‘Mother Road’, ongeveer 4.500 km van Chicago naar Los Angeles, heb gereden. Een geweldige tocht van oost naar west, over een 150 jaar oude route, dwars door het Amerika dat mij tot nu toe onbekend was. Door de kleine dorpen en steden in het Republikeinse achterland, door de eindeloze mais- en sojavelden, door dorre woestijnen en grandioze Canyons. Door een land dat de maat der dingen definitief heeft verloren. Dat zich (letterlijk) kapot vreet, consumeert en leent. Door een land waar niks is toegestaan maar alles mag. Maar ook door een land waar men zich beseft dat je succes in eigen hand hebt. Waar niet geklaagd wordt, maar gezwoegd. Waar kwaliteit wordt gewaardeerd en gehonoreerd. Het land van de extreme tweedeling tussen haves en have nots. Het land dat ik zo bewonder. Maar waar ik niet zou willen wonen.